Ambtenaren

Koloniale bestuursambtenaren speelden een belangrijke rol in de verzameling van objecten tijdens het koloniale tijdperk. Sommigen onderhielden eigen collecties die ze later doneerde aan collectiebeherende instellingen in Nederland.

Beschrijving

Om de Nederlandse koloniën te besturen werden ambtenaren aangesteld. Met name in voormalig Nederlands-Indië en Suriname waren vele ambtenaren actief, die voor een deel vanuit Nederland werden aangestuurd. Onder hen waren niet alleen ambtenaren voor het bestuur, maar ook voor het onderwijs, de rechtspraak, belastingdienst, politie, landbouw en andere overheidsdiensten, bijvoorbeeld het Kantoor voor Inlandse Zaken, de meteorologische en de oudheidkundige dienst.

Het bestuursapparaat verschilde per kolonie, waarbij de positie van gouverneur(-generaal) een overeenkomst is. De bestuurlijke structuur van een kolonie kan worden teruggevonden in de zoekhulp over die specifieke kolonie. Belangrijk om te weten is dat gedurende de Franse overheersing van het Europese Nederland, het overgrote deel van het Nederlandse koloniale grondgebied onder Engels bestuur terecht kwam: het zogenaamde Engels tussenbestuur, of interregnum. Het kan dus voorkomen dat je met betrekking tot ambtenaren Engelse namen tegenkomt in archieven uit de periode tussen ongeveer 1795 en 1820. Een voorbeeld hiervan is Thomas Stamford Raffles, die tussen 1811 en 1816 gouverneur was van voormalig Nederlands-Indië.

Een aanzienlijk deel van de voorwerpen in Nederlandse collecties is afkomstig van bestuursambtenaren en andere personen die in overheidsdienst waren. Vanaf 1862 werden bestuursambtenaren in Nederlands-Indië aangemoedigd om verzamelingen aan te leggen en naar het Bataviaasch Genootschap der Kunsten en Wetenschappen te sturen. Dit genootschap zou dan voor de verdeling tussen het eigen museum en de musea in Nederland zorgen. In de praktijk kwam hier weinig van terecht en bepaalden ambtenaren zelf wat zij met de voorwerpen in hun bezit deden.

Herkomstonderzoek

Vele Nederlanders in de koloniën, maar ook koloniale onderdanen, waren werkzaam in overheidsdienst. Het is daarom raadzaam om te checken of een met herkomst verbonden persoon voorkomt in de personeelsdossiers. Het Nationaal Archief biedt diverse zoekhulpen om wegwijs te raken in deze archieven.

Koloniale ambtenaren wisselden regelmatig van functie en standplaats. De functietitel van de verzamelaar die vermeld staat in de objectdocumentatie kan een andere zijn dan de functietitel ten tijde van verwerving het object. De stamboeken in het Nationaal Archief en de almanakken die de overheid uitgaf zijn betrouwbare bronnen om de functie ten tijde van verwerving te achterhalen. Via de gedigitaliseerde kranten op Delpher.nl kan informatie over de werkzaamheden van de betreffende ambtenaar worden achterhaald.

De onderzoeksgids De koloniale staat 1854-1942 bevat uitgebreide uitleg over de archieven met betrekking tot Nederlands-Indië en de diverse ambtelijke diensten. Een verklarende woordenlijst geeft uitleg over de afkortingen in de stamboeken.

De archieven van koloniale overheid bevinden zich grotendeels in het Nationaal Archief in Den Haag. Ook in de voormalige koloniën zijn archieven te vinden.

De Nederlandse overheid gaf elk jaar een almanak uit met daarin een opsomming van alle ambtenaren in de koloniën. Voor voormalig Nederlands-Indië was er de Almanak en naamregister van Nederlandsch-Indië (1817-1864) en Regeeringsalmanak voor Nederlandsch-Indië (1865-1939). Voor Suriname en de andere voormalige West-Indische koloniën was er de Surinaamsche Almanak, uitgegeven door het Departement Paramaribo der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1820-1913), en De vraagbaak: almanak voor Suriname (1912-1955). Veel almanakken zijn gedigitaliseerd en te vinden op Delpher.nl of via Google-books.

Vanaf 1848 deed de Nederlandse overheid ieder jaar verslag over de stand van zaken in de diverse koloniën via het Koloniaal Verslag. Hierin werden belangrijke gebeurtenissen vermeld, evenals allerlei statistische gegevens. Het is een nuttige bron om de context rond het verkrijgen van voorwerpen in kaart te brengen. Het verslag verscheen tot 1931 als Bijlage van de Handelingen der Staten-Generaal, vanaf 1869/70 als vaste Bijlage C, en onder verschillende benamingen: Mededeelingen betreffende de Koloniën (over 1848); Verslag van het beheer en den staat der Koloniën (1849-1865); Koloniaal Verslag (1866-1923); Verslag van bestuur en staat van Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao (1924-1930). Als afzonderlijke publicaties verschenen de verslagen onder de titel: Indisch Verslag (1931-1939) en respectievelijk Verslag van bestuur en staat van Suriname, Curaçao en de Nederlandse Antillen (1931-na 1940).

Van sommige Nederlanders in overheidsdienst zijn persoonlijke archieven bewaard gebleven, met daarin bijvoorbeeld dagboeken, memoires, correspondentie en rapporten die beroepshalve zijn gemaakt. Dergelijke particuliere archieven zijn te vinden bij talloze archiefdiensten in Nederland. Het is daarom raadzaam om de zoektocht te beginnen bij www.archieven.nl. Niet alle archiefdiensten zijn hier te vinden, dus het is veelal noodzakelijk om de zoektocht buiten deze website te vervolgen. Veel persoonlijke archieven van ambtenaren in koloniale dienst zijn te vinden bij de Universitaire Bibliotheken Leiden (KITLV archief) en het Nationaal Archief. Soms zijn er nog archiefstukken in particulier bezit, bijvoorbeeld bij nabestaanden.

Bronnen