Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden

Het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden werd in 1816 opgericht door Koning Willem I. De collectie bestond uit allerlei voorwerpen, onder andere uit door Nederland gekoloniseerde gebieden. In 1883 sloot het KKZ haar deuren, waarna de collectie werd verspreid over onder andere het Rijksmuseum in Amsterdam en het tegenwoordige Wereldmuseum Leiden.

Beschrijving

Het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden was een museum in Den Haag, dat in 1816 werd opgericht door Koning Willem I. Het museum had de vorm van een rariteitenkabinet en de collectie bestond uit allerlei voorwerpen, waaronder ook vele uit de koloniën. Uiteindelijk was er van alles in te vinden: voorwerpen met betrekking tot de Nederlandse geschiedenis, Aziatische kunstnijverheid, etnografica en naturalia.

Aan de basis stonden de collecties Chinese en Japanse voorwerpen die bijeengebracht waren door Jean Theodore Royer, predikant en jurist met een fascinatie voor de Chinese taal en literatuur, hij vergaarde een omvangrijke collectie prenten en schilderijen en documenten, Jan Cock Blomhoff, onder andere pakhuismeester van de Nederlandse factorij op het Japanse schiereiland Dejima, en Johan van Overmeer Fisscher, die ook werkzaam was op Deijma. Hieraan werden door Koning Willem I de stadhouderlijke verzamelingen toegevoegd. Ook ontving het museum tijdens zijn bestaan diverse schenkingen en deed het aankopen. Op den duur bevatte de collecties aanzienlijke collecties Japanse en Chinese voorwerpen, vele objecten - veelal diplomatieke geschenken uit de stadhouderlijke verzamelingen - uit Zuidoost Azië, de West-Afrikaanse Goudkust, maar ook Noord-Amerika en Oceanië.

In 1883 werd het museum opgeheven en de collectie verdeeld over verschillende rijksmusea. Het leeuwendeel ging naar het Rijks Ethnographisch Museum (het huidige Wereldmuseum Leiden), waar de objecten afkomstig uit het KKZ zijn te herkennen aan het kenmerk RV-360-* en het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst (opgegaan in het Rijksmuseum). Kleine aantallen voorwerpen werden overgedragen aan het Rijksmuseum voor Oudheden, het Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Stenen, het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, het Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie en het Rijks Herbarium.

Herkomstonderzoek

De oorspronkelijke administratie van de collectie, opgesteld door de eerste directeur Reinier van de Kasteele, verdween nadat zijn zoon Abraham van de Kasteele hem opvolgde in 1840. Ook verdwenen en vergingen er vele voorwerpen in die tijd. De derde en laatste directeur David van der Kellen, die in 1876 aantrad, moest orde op zaken stellen. Zoals te lezen is in het boek van Rudolf Effert (Volkenkundig Verzamelen, 213-216) stelde Van der Kellen in de periode 1876-1879 een nieuwe objectinventaris op, waarbij hij overgebleven documentatie aan objecten in de omvangrijke collectie trachtte te koppelen. Hierbij zijn fouten gemaakt.

Het archief van het Koninklijk Kabinet van Zeldzaamheden wordt bewaard in het Noord-Hollands Archief als onderdeel van het Rijksmuseum-archief. Hierin bevindt zich onder andere correspondentie over schenkingen en aankopen. In de bijlagen bevinden zich nadere toegangen met handige overzichten van deze correspondentie. Houd er rekening mee dat de correspondentie van het KKZ ook betrekking heeft op voorwerpen die werden aangeboden, maar uiteindelijk niet werden aangeschaft.

Daarnaast zijn er archiefstukken bij het Nationaal Archief, geschreven door ambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze hebben betrekking op verwervingen, maar ook op de opheffing van het KKZ en de verdeling van de collectie over de diverse musea. In het brievenarchief van Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn verbalen en brieven te vinden over aangeboden schenkingen en verkopen. Deze zijn te traceren via de indices op de verbalen.

Bronnen

Gerelateerde items

Trefwoorden

Collectie
Etnografica
Naturalia
Museum
Kabinet van zeldzaamheden
Numismatica
Kunstnijverheid

Geografisch

Zuid-Afrika
Republiek Indonesië
Turkije
Noord-Amerika
Papoea-Nieuw-Guinea
China
Suriname
Japan

Actieve periode

1816 – 1883